‘Gooi niet je eigen normen en waarden over iemand heen!’

Dat zegt Tineke Weitenberg, mentor namens de Stichting Mentorschap Noord. Als actief vrijwilliger bij deze organisatie is ze de wettelijk vertegenwoordiger van iemand die niet zelfstandig over zijn/haar zorgvoorzieningen kan beslissen. De Stichting ondersteunt onder anderen mensen met dementie, verstandelijk gehandicapten, mensen met een psychiatrische ziekte of met N.A.H. (niet aangeboren hersenletsel). Wanneer er vanuit de familie of kennissenkring van een cliënt niemand is die deze taak op zich kan nemen, en/of wanneer een cliënt door eenzaamheid geen beroep op iemand uit de privé-kring kan doen, dan komt de Stichting Mentorschap Noord in beeld.

Beslissingsrecht

Als wettelijk vertegenwoordiger word je door de rechtbank benoemd en krijg je beslissingsrecht over zorginhoudelijke en persoonlijke belangen van de cliënt. Een mentor houdt zich niet bezig met financiële zaken.

Cliënt en mentor moeten ‘matchen’

Tineke heeft een achtergrond in de zorg en in het onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. Via een advertentie in de krant kwam ze in contact met de Stichting. Na een kennismakingsgesprek en een scholingsdag besluit je in samenspraak met de Stichting of dit werk bij je past. Tineke werd na deze voorbereiding de mentor van een vrouw van middelbare leeftijd. Dit koppelen van mentor en cliënt gebeurt uiteraard zorgvuldig; er moet een ‘klik’ zijn, want:

Onderling vertrouwen is de basis

Tineke benadrukt hoe belangrijk het is om, vooral bij de eerste gesprekken met je cliënt, te werken aan het onderlinge vertrouwen. Het is voor een cliënt niet niks om een ‘nieuw iemand’ toe te laten en zijn of haar belangen door diegene te laten vertegenwoordigen. ‘Gooi niet al je eigen normen en waarden over iemand heen’, zegt Tineke hierover. ‘Betrek de cliënt, voor zover mogelijk, bij de stappen die je van plan bent te zetten. Leer te beoordelen wat iemand wel en niet zelfstandig kan beslissen. En als er familieleden in beeld zijn, betrek ook hen erbij.’

Je moet flexibel zijn

Gemiddeld zie je een cliënt 1 keer per twee weken of 1 keer per maand. Maar soms ook 1 keer per week; dit hangt van de cliënt en van de situatie van dat moment af. Ook al kom je normaal 1 keer per maand, als het nodig is ben je flexibel genoeg om je cliënt vaker te ondersteunen.

Dossier bijhouden…

Naast het informele contact met hem of haar heb je als mentor de taak om het dossier van je cliënt(-en) bij te houden en breng je elk jaar verslag uit aan de rechtbank. Eén keer per vijf jaar wordt er een uitgebreider verslag gemaakt. De rechtbank beslist op basis van de verslaggeving of het mentorschap al dan niet voortgezet moet worden.

… En vooral ook je eigen deskundigheid!

Het spreekt vanzelf dat je taak als vrijwilliger verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Je cliënt hoort immers in goede veilige handen te zijn. Daarom is het verplicht om je te blijven scholen en met collega’s te reflecteren op je kennis en je handelen. Twee of drie keer per jaar heb je intervisie met een groepje collega’s en daarnaast heb je een paar keer per jaar een lezing of een scholingsdag. Dit klinkt misschien zwaar, maar het is uiteraard vooral inspirerend! Mocht je tussendoor vragen hebben, dan is er altijd je regio-ondersteuner die met je meedenkt en met wie je ‘1-op-1’ kunt overleggen. Ook is er je coördinator die bijvoorbeeld vervanging regelt als je ziek of anderszins afwezig bent. Je staat er dus niet alleen voor!

Meer weten? De vacature vind je hier

tekst en foto: Magda Bootsma